Alle berichten van Leo Slutter

Beltrum 1998

Voorstel was: Als team meedoen in de Survival van Beltrum jan. 1998. Na even rondbellen enkele enthousiastelingen zover gekregen om de lycra broek aan te trekken..

Henk Griemelink, Jan Gerritsen en Leo Slütter. 

vlnr: Henk Griemelink, Johan Pegge (begeleiding) en Leo Slütter. Jan Gerritsen hangt in de hindernis en we volgen eea met grote belangstelling.
De Pinnekes brug. In deze versie was het toucheren van de touwen nog toegestaan.
Samen in de canoe. vlnr.   Leo Slutter, Jan Gerritsen en Henk Griemelink. ‘t Stukje op de Slinge. Wist ik veel dat de stuurman achterin zat. 2 x rechts en 1x links paddelen. Who’s the boss.
Jan staat nog even te kijken: Hoe moet dat? Ik had ‘t al eens ‘n paar keer eerder bij de hakken gehad. De dubbele catcrawl. Altijd even goed inschatten over welke 2 touwen je de meest balans hebt. Dus de meest linkse.  Deze hindernis heb ik er zelf ingeknoopt, dus ik wist het.
En dan op weg naar de overkant. Ik lig goed op koers op plek twee, Jan probeert de rechter  route.
Henk volgt de oude rot. Jan ziet ‘t met lede ogen en pijnlijke schenen aan.
Een der laatste hindernissen op ‘t finish terrein.
De charme van de survival run: Behoorlijk uitgewoond aan de finish. Dat was een halve run dus ik kon nog juist de tas in de auto krijgen.

Mijn hardloop opstart

Vanaf m´n prilste voetbaljeugd, eerder dan 10 jaar mocht je niet beginnen, had ´t voetballen steeds de voorkeur boven andere sporten. 

Voor zwemmen of wateractiviteiten was ik ook te vinden. Zwemles zat niet in ‘t  opvoedingpakket maar dat heb ik mezelf, zo goed en kwaad als het ging, eigen gemaakt. In het ondiepe, in het Groenlose buitenbad, op het diepst (1,80 mtr), proberen met iets wat op schoolslag leek. Toen schielijk in het diepe springen en een steeds langer stukje naar het trapje “zwemmen”, tot ik dacht “Nu heet het zwemmen”.

Van huis uit werd ook het wielrennen wel eens beoefend. ´t Rondje “Pelle” (ca 3km) was ´n tijdje populair op een gewone fiets met een omgedraaid stuur. Met buurt kinderen, de krantenboer, en soms iemand uit het dorp. Om te winnen trachtte ik veelal de boel bij elkaar te houden en op de macht de eindsprint te winnen. Later blijkt dat je bij het fietsen snel door hebt wat elkaars sterke kanten zijn. Bij zo’n eindsprint sloeg me eens op volle snelheid het stuur dubbel en klapte ik met m’n kin vol op het grint wegdek…… dus toen was o.a. ….. de fiets kapot….

Tijdens en vanaf m´n diensttijd wel veel aan hardlopen gedaan. Alhoewel dit naar m´n fysiek gerekend niet zo logisch is. (Te) Zwaar ben ik vrijwel altijd geweest vanaf ´t geboorte (7,5 pond)  gewicht. Gedurende de diensttijd zelfs ´ns aan de Marinekampioenschappen deelgenomen op de 10 km cross country na een ongeplande nachtelijke oefening waarbij we 65 km hadden gelopen en niet geslapen.

In 1979 gestopt met voetballen. Tijdens een wedstrijd waarbij ik me naar eigen idee nog wel behoorlijk had gegeven vroeg ´n medespeler of ik de middencirkel nog uitgeweest was. Ik woog zo´n 130 kg en was natuurlijk niet zo beweeglijk. Blijkbaar heeft me dat aangegrepen want 3 maand later was ´t nog 95kg mede door veel hardlopen.. Ik heb nog een seizoen gevoetbald maar het hardloopvirus had me gegrepen en ´t voetballen ging qua blessure gevoeligheid niet samen daarmee. 

´n Knietje op je dij en je kunt weken niet lekker lopen. Dus na dat seizoen de voetbalschoenen doormidden gezaagd en in de container ermee.

Voor het hardloopwerk was ik natuurlijk nog veel te zwaar. Zeker voor de langere afstanden en meer nog in de bergen. Eens een keuring ondergaan bij de Amsterdamse fisio Richard Smith, eind 80-tiger jaren waarschijnlijk een vooraanstaand maar zeker ook commerciële gast. Hij keurde voor de organisatie van de Challengers Trophy waar we met een team van 4 aan zouden deelnemen. Waarschijnlijk tegen een vorstelijk honorarium. Maar goed het was “verplicht”. Een der eindconclusies was dat m’n gewicht niet paste bij een sport waarbij je veel moest hardlopen…. .

‘t Eerste evenement was de halve marathon van Warnsveld op een gloeiend hete september dag.

Swiss Alpine Marathon K78. 26 juli 2003

42.192 meter door de Zwitserse bergen van Bergun naar Davos.

Prachtig langs de gletschers, hoog in de Zwitserse bergen. Natuurlijk spijtig dat juist die gletschers zich smeltend terugtrekken. Samen met Anton Wuestman uit Vierakker deze uitdaging aangegaan. Ik wist dat ik een maand daarna met Ernst nog een Marathon op het programma had. De Jungfrau voor de 3e keer. Maar een Jungfrau is dat om ‘t even.

Ina, Anton’s geliefde, was ‘s avonds slecht te pas. Ik suggereerde nog wel opportunistisch of ze wellicht weer in verwachting was hetgeen ze subiet ontkende….. vooralsnog. Later bleek dit wel messcherp waargenomen.

Hoge en wijdse bergen.
De route.

Boven op de Scaletta pass stonden een aantal artsen. Zij pakten je bij de arm voelend of er weerstand in zat en keken je diep in de ogen of de blik nog helder was. Daarna mocht je aan de gevaarlijke afdaling beginnen.

Anton op de rug gezien, een eenzame strijder alhier. Na dit valsplat, aan het eind linksom en daar begonnen de Hm’s en het afzien. Zoals ik inmiddels weet van lopen in de bergen betekent het zo snel mogelijk wandelen. Op de overgangs fase tussen “snelwandelen” en hardlopen is het altijd lastig balanceren. Maar geweldig om te doen. Vóór en achter je “atleten” die ongeveer hetzelfde vermogen/kg hebben. De een net iets meer ambitie dan de ander, inhalen is lastig en iedereen “wandelt”. Het enige dat je hoort is het diepe gehijg van je “naasten” voor en achter.

Bijzondere ontmoeting onder aan de afdaling juist voor Davos. Staat er iemand volledig gesoigneerd in het TdF geel met een gele fiets. Ik herkende hem eerst niet maar z’n gezicht was als gevolg van de hitte wat rood aangelopen. Het bleek een ForFarmers collega te zijn. Hans Hulsebos. Hij was met vakantie en een fietstochtje aan het maken. Stond even aan een der laatste bochten onder aan ‘n berg te kijken naae die gekken die (hard)lopend voorbij kwamen. Niet verwachtend dat er een collega tussen liep. Vooralsnog kon hij mijn activiteit nog niet geloven. Kortstondig gesproken en toegelicht. Onderstaande foto deed hem overtuigen.

Toch wel redelijk uitgewoond over de streep vastgelegd met een foto van de organisatie. Psja….. de eindtijd.

Met de trein terug van Davos naar Filisur. ‘n ritje van een uur. ‘t Eerste gedeelte met ‘n Arts uit Nederland die ook de hele had gelopen. Hij was nogal boos op mij dat ik ‘n fout shirtje had verworven en wellicht nog erger ook had aangetrokken. Maar de marathon shirts waren er niet meer en zeker niet in mijn maat. Dus dan maar van de K78. Ik voelde me ook alsof ik die gelopen had.

Nadat we weer terug waren in Bergün met Ina & Anton gezellig in een lokaal restaurantje in Filisur ‘n biertje gedronken en getoast op de prestaties en wellicht ook op de gezegende toestand van Ina. Achteraf bleek dat ze niet misselijk was van m’n bochtenwerk, m’n Alpine rijstijl of de appelmoes. Nee de 5e diende zich aan. 

‘s Avonds terug in Filisur in het Hotel. Nog een biertje besteld, op het terras, ‘t nummer van Ernst gedraaid en hem op de hoogte gesteld van de ervaringen van die dag. ‘t Was weer een fikse trainingsdag. Ja ik heb een marathon gelopen in Zwitserland….de Swiss Alpine.

Geschiedenis van de marathon

De oorsprong van de marathon ligt in het jaar 490 v.Chr., toen de Griekse soldaat Phidippides van Marathon naar Athene gesneld zou zijn om het nieuws van de overwinning van de Atheners (onder leiding van generaal Miltiades) op de numeriek veel sterkere Perzen te melden. Dat gebeurde toen Darius koning was over de Meden en de Perzen. Pheidippides legde echter de afstand tussen Athene en Sparta af om hulp te vragen aan de Spartanen. Toen deze weigerden liep de bode terug naar Athene en in een ruk naar Marathon. Bij de uiteindelijke overwinning liep hij terug naar Athene.

De geschiedenis vermeldt wel dat deze laatste tocht, van Marathon naar Athene (eerste marathon) een dodelijke afloop had: na het uitbrengen van de woorden “Verheug u, wij hebben gewonnen!” in het centrum van Athene, viel de boodschapper dood neer; hij bleek een zonnesteek te hebben opgelopen. Over de waarheid van dit verhaal valt nog te twisten, een aantal historici beweert dat deze marathon nooit gelopen is.

De Franse filoloog Michel Bréal opperde al in 1896 de marathon in het programma van de eerste Olympische Spelen op te nemen. Die spelen werden in Griekenland gehouden. Bréal pleitte voor een marathon tussen Marathon en Athene, maar bij een test vooraf bleek de uiteindelijk te lopen afstand wel erg lang: 48 km. Voor de wedstrijd werd een wat kortere afstand bepaald.

De officiële afstand van de marathon zoals die tot heden geldt, werd pas vastgesteld bij de derde Olympische Spelen, die van 1908 in Londen. De afstand kwam enigszins overeen met die van de eerste Griekse marathon: 42 km en 195 meter, de afstand tussen de meet op het terrein voor Windsor Castle tot de finishlijn die precies voor de koninklijke tribune in het White City Stadion in West-Londen was uitgezet.

‘n Marathon voor mij….

De marathon vergt bijzonder veel van het fysieke uithoudingsvermogen. De marathon-elite, die de afstand in 2u.04 min. kan lopen, loopt met een gemiddelde snelheid van ca. 20 km per uur. Een goed getrainde atleet kan normaal gesproken slechts enkele malen per jaar een hele wedstrijdmarathon op snelheid uitlopen, omdat het lichaam tijd nodig heeft om te herstellen. Duurloop, snelheidstraining, krachttraining, een uitgebalanceerd voedingsschema (onder meer koolhydraten) en een ijzeren motivatie zijn enkele ingrediënten die het goed volbrengen van een marathon mogelijk maken.

Als je echter de marathon op “reserve” loopt dus op ca 80% van je max. snelheid dan kun je er wel meer lopen. Bij een beperkt aantal km/week en specifieke overige training kun je er verantwoord wel elke 2 weken een lopen.

42.195 meter te voet zo snel mogelijk overbruggen. Monotoon op het vlakke, uitdagend bergop.  Ook op het vlakke is er onderscheid. 105 rondjes op een sintelbaan is weer anders dan 100 ronden bij de Voshaar in Eibergen of over de Afsluitdijk en bijna weer terug.

Origineel de afstand van ‘t plaatsje Marathon naar Athene in Griekenland.

Een helle tocht. Elke marathon, ongeacht de kwaliteit van de voorbereiding, vergt het veel en wellicht wel bijna het uiterste van de fysieke en mentale mogelijkheden. Immers zodra je gestart bent moet je het doen met de voorbereiding die er is geweest, met de plussen en minnen en dan ga je zo diep als het er in zit.  Alhoewel je met die uitspraak “uiterste” voorzichtig moet zijn. Je bent uiteindelijk tot veel meer in staat dan normaal gesproken verwacht mag worden.  B.v. onder extreme omstandigheden zou je na de finish nog wel zo’n inspanning kunnen doen!!!!! ????

.

Rotterdam Marathon 1. 18 apr 1987

18 april 1987.  De eerste marathon. Wel reeds diverse halve marathons nadat ik in 85´ gestopt ben met voetballen. Ik denk in 1986 de eerste halve marathon van Warnsveld.  

Direct daarna in Almen enz…..Wellicht had ik veel eerder moeten stoppen met voetballen. Vervolgens samen met een andere gestopte voetballer Ernst te Velthuis bedacht om eens een marathon te gaan lopen. Dus Rotterdam. Eigenlijk op hardloopgebied nog zo groen als gras. Via via van trainer IJzerman uit Lochem een trainingsschema gekregen uitgaande van 4 uur. Dat schema hebben we 13 weken exact gevolgd.

Marathon schema 3:15 tot 3:30 uur volgens Herman IJzerman

Na ‘n koud voorjaar qua training volgt half april de marathon echter op de eerste warme dag van het jaar. Ik denk wel 25° tussen de gebouwen. Het werd een “toptijd” van 4:24:45 uur.

Bij de start riep de speaker nog dat het warm was dus drinken belangrijk.!! Ik denk: ” Ja daar is iets voor te zeggen”.! Ik had tijdens de trainingen nog nooit ´n druppel gedronken. Bonk…..dat was de start. Enkele minuten verder bleek dat er inderdaad een kanon was afgeschoten. 

Ai, Ai  wat een hitte, direct al zweten als een rund.  Post 1 op 5 km alle drinken op. Post 10 km alle drinken op. Eerst na 15 km ´t eerste drinken. ´n half bekertje op rantsoen. Onbegrijpelijk op dat moment. Ik had al trek in een emmer water vol.

Gefinished juist onder de 4,5 uur.

Men stond er met bladen bier. Plastic bekers van ´n halve liter. Heb er direct 2 leeggegooid en daarna wat rustiger nog een. Heerlijk. 

Finishen, ´n geweldige kick en ervaring.     Neen niet ‘t bier maar de marathon. Dat kon ik dus……..ook.

Achteraf, gezien de trainings arbeid, niet zo’n geweldige eindtijd.  Gezien de omstandigheden en met slechts ‘n half jaar loopervaring met deze intensiteit toch niet slecht. Kenners noemen het onverantwoord om zo snel zo sterk in trainings omvang toe te laten nemen. En dus zeker om van bijna niets in ‘n 1/2 jaar naar een loop van 42,195 km te gaan. 

De kennis en vaardigheden van een ” Wilderness guide”

Navigatie te land en op het water
De Wilderness Guide is een expert in het gebruik van de meest voorkomende navigatie middelen zoals de kaart, het kompas, hoogtemeter, gps, horloge etc. Voorts is hij getraind in het navigeren zonder al deze middelen. Waar ook ter wereld zal hij zijn weg weten te vinden met alleen de natuur als navigatie instrument, niet alleen door het hooggebergte, maar ook met de kajak of kano op snelstromende rivieren, langs zeekusten of door de onmetelijke wouden. 

Praktische Meteorologie
Een weersverwachting opstellen en hoe te verwerken in het routeplan is een tweede natuur voor de Wilderness Guide. Elke ochtend controleert hij de barometer, observeert regelmatig gedurende de tocht wolken en wolkvorming. Voorts betrekt hij windrichting en windsnelheid, de temperatuur voor elke denkbare hoogte in de bergen, de gevoelstemperatuur en op de grote meren en op zee de golfhoogte in zijn weerrapport. Hij heeft inzicht in lokale en grotere weersystemen. Dan pas wordt een beslissing genomen of een tocht door kan gaan of niet. 

Leiderschap

Onder extreme omstandigheden en noodsituaties krijgt de Wilderness Guide soms te maken met abnormaal menselijk functioneren. De gids weet in extreme omstandigheden en noodsituaties het hoofd koel te houden en de juiste maatregelen te nemen. Hij schat in hoe zijn groepsleden kunnen reageren, herkent karakterprofielen en heeft kennis en ervaring met conflictbeheersing, feedback geven en ontvangen. Hij observeert het groepsproces en stuurt eventueel bij. Hij weet de competenties binnen de groep te gebruiken om de tocht tot een succesvol einde te brengen. Hij vraagt zich af hoe zijn groepsleden reageren bij het doorschrijden van een snelstromende rivier, tijdens tochten in de bergen, als iemand vermist is of verdwaald raakt, bij noodsituaties op het water of bij ontmoetingen met gevaarlijk wild.

Didactiek
De Wilderness Guide beheerst ook didactische vaardigheden, nodig om zijn groep op de juiste wijze te leiden. Lesgeven, hoe vertel ik het in een logische, maar vooral begrijpelijke volgorde. Hoe bereid ik het nemen van een hindernis voor en hoe instrueer ik mijn groepsleden? Niet alleen lesgeven in de noodzakelijke onderwerpen voor een veilige en succesvolle tocht behoren tot de taak van de gids, maar ook kennisoverdracht van boeiende onderwerpen met betrekking tot flora en fauna, geologie, astronomie en vele andere onderwerpen die tijdens een tocht ter sprake komen. 

Search and Rescue 
Een Wilderness Guide moet altijd voorbereid zijn op vermissing van groepsleden. Volgens vaste procedures worden gegevens verzameld, opsporingsplannen gemaakt en dan zal hij leiding moeten geven aan een zelf geformeerd Search and Rescue team, tevens houdt hij met portofoons en satelliettelefoon met de juiste verbindingsprocedures contact met politie, de rangers, piloten etc. 
Het verzamelen van gegevens over de vermiste vergt ook een gedegen sporenonderzoek. Gegevens afleiden uit sporen is een kunst op zich, maar heel belangrijk om in de huid te kunnen kruipen van de dwaler. Een voortdurende controle op de groep is uitermate belangrijk, maar ondanks dat gebeurt het regelmatig dat in een onbewaakt ogenblik een groepslid de groep uit het oog verliest, dan is het van levensbelang om de vermiste zo snel mogelijk op te sporen. 

Swift Water and Mountain Rescue 
Het lezen van rivieren en getijdenbewegingen langs zeekusten is voor een Wilderness Guide een belangrijke routine. Hij voelt zich thuis op het water en is een bedreven kano- en kajakvaarder en rafter. Van een gids wordt echter meer verlangd: hij moet in staat zijn om zichzelf en zijn groepsleden te redden of in een veilige situatie te loodsen, hij moet een veilige rivercrossing kunnen voorbereiden en uitvoeren, hij weet de gevaren op het water te onderkennen en voortdurend de veiligheidsaspecten te waarborgen. Kortom de Wilderness Guide beheerst alle reddingstechnieken en weet leiding te geven aan reddingsoperaties op het water.
Van de oceaan naar de bergen, het beoefenen van reddingstechnieken in de bergen, snel handelen en reddingsmateriaal gereed maken om klimmers in nood veilig van de wand te kunnen halen, is evenals redding op het water een van de belangrijke vaardigheden van de gids. 

Wilderness First Aid, eerste hulp in de wildernis
Kennis van eerste hulp is evenals alle reddingstechnieken van levensbelang. Bij een ongeval ver van de bewoonde wereld moet de gids deskundige hulp kunnen bieden er van uitgaande dat medische hulp pas na lange tijd ter plaatse zou kunnen zijn. Patiëntenrapporten invullen, grondige onderzoeken verrichten, levensreddende handelingen uitvoeren, de organisatie rond de plaats van ongeval leiden, een evacuatieplan voorbereiden en uitvoeren en nog vele andere onderwerpen behoren tot de verplichte kennis van de gids. 

Wapenkennis
Het omhanden hebben van een vuurwapen is in sommige gebieden een extra veiligheid in verband met gevaarlijke diersoorten. Om de veiligheid van de groep te waarborgen moet een gids in staat zijn om een vuurwapen op de juiste wijze te gebruiken en veilig te vervoeren tijdens tochten door de wildernis.
Voor onderhoud van zijn schietvaardigheid moet hij kennis hebben van de regels op de schietbaan, wapenleer zoals de werking van verschillende wapen, kalibers, ballistiek en schiettechniek. 

Survival
Het kan gebeuren dat door een ongeval de groep zonder uitrusting en proviand komt te zitten. De gids is in staat om met zijn groep zonder voedsel en uitrusting lange tijd te kunnen overleven in de wildernis. Het verzamelen van de fundamentele behoeften; voedsel, water en bescherming tegen extreme omstandigheden heeft dan de hoogste prioriteit. De gids bezit dan ook vaardigheid en kennis op het gebied van jagen en vissen met werktuigen gemaakt van middelen uit de natuur en het verzamelen van eetbare planten, wortels en bessen. Voorts is hij bedreven in het maken van vuur en onderkomens onder alle omstandigheden. Hij weet zijn groep met natuurlijke oriënteringsmiddelen of een zelf gemaakt primitief instrument (zonnekompas van wilgetakken) te leiden naar de bewoonde wereld. 

Samengevat
De gids is in staat te functioneren onder extreme omstandigheden. Stormachtig weer, sneeuw, strenge vorst, weinig proviand vergen het uiterste van de gids. Het komt het er op aan om een groep gedurende lange tijd te voet, per kano of kajak veilig door de wildernis, terug naar de bewoonde wereld te leiden Men kan te maken krijgen met ellendige moerassen, dichte wouden, steile berghellingen, en barre weersomstandigheden. Het regent of sneeuwt soms dagenlang. Groepsleden kunnen verdwijnen en moeten weer opgespoord worden. Soms raken navigatiemiddelen of andere uitrusting verloren. Stormachtig weer, regen en koude eisen vaak hun tol. Toch moet elke dag een routeplan en een weersverwachting opgesteld of gewijzigd worden. Onder deze omstandigheden ontstaan er conflicten, een schone taak voor de gids om deze op te lossen, terwijl hijzelf ook moe, koud en hongerig is. Ondanks de barre omstandigheden zal de gids het hoof koel houden, en alle moeite moeten blijven doen om de groepsleden te stimuleren, te inspireren en op een veilige manier door woest terrein te leiden. Dat kenmerkt de ware gids.

Gids zijn is een boeiend en veelzijdig beroep. Zijn kennis en vaardigheden zijn uniek op dit moment, weinigen beheersen nog de ‘oude kennis’ om op een boeiende en veilige manier ‘moderne toeristen’ een onvergetelijk avontuur te bieden.

Verslag Stay-Okay

ABC-run 2007.  Nieuwebrug—-> Ommen

Verslag,  We stay okay – ABC run 2007

winners1

Woensdagavond 20 juni 2007, als we om 19.30 uur hebben afgesproken in de tuin bij Poppe, even wat afspraken maken over de rolverdeling tijdens de race. Half acht wordt al gauw half negen, omdat de schapen geen zin hebben om verplaatst te worden van de IJssel-dijk naar een ander weiland. Ik kan ze geen ongelijk geven in deze lekkere voorjaarszon. Laten we hopen dat deze vertraging geen voorbode is voor de rest van de race.

In eerdere races de ervaring opgedaan dat ieder zijn eigen kwaliteiten heeft, maar succes in veel gevallen kan alleen bereikt worden indien er een duidelijke hiërarchische verhouding bestaat in de ploeg. Zo moet onzes inziens vooraf duidelijk zijn wie de beslissingen neemt, de ploeg moet zich hier vooraf unaniem achter scharen. Verder wordt er afgesproken wie de navigator is. Voor een succesvolle wedstrijd moeten er over zijn capaciteiten geen twijfels bestaan, wat de ploeg ook niet heeft. Fouten maken is menselijk, maar ook bij het missen van een aantal CP’s achter elkaar moet de ploeg het vertrouwen houden in de navigator. Dit lijkt allemaal wat vergezocht, dat is het misschien ook, maar na 18 uur ben je blij dat je vooraf de spelregels hebt bepaald en je je in dit lot hebt geschikt. Maar het allerbelangrijkste wat we deze avond afspreken is, dat we vooral samen veel plezier willen hebben, gezellig willen racen en ons niet willen focussen op een klassering. We gaan voor de Olympische gedachte, met in ons achterhoofd dat we weinig fouten willen maken en dan vanzelf hopen in het linker rijtje te komen.

Gelijk de discussie waar de start zal zijn. Menno kwam tot de Conclusie dat de onze lieve … kerk, eigenlijk het 0 punt was bij RDM, deze is echter verschoven waardoor het coördinaat…… is.

Aanvankelijk denkt Menno een bepaald aantal kilometers oostwaarts en noordwaarts te lezen, ten opzichte van de kerk, maar dan komt hij midden in Zwolle uit. Een kleine vreugde kreet volgt. Hier weten we de weg… Maar Poppe komt heel ergens anders uit. Internet weer afgestruind en het blijkt in de buurt van ommen te moeten zijn.  We komen er niet helemaal uit en hopen dat Leo nog meer informatie op de site zal zetten. Ook zijn we er niet helemaal zeker van of het wel zal kloppen wat er nu staat. Immers de startlocatie zou donderdagmiddag 12.00 uur bekend gemaakt worden op de site en het was nu pas woensdag. We besluiten dus nog maar even rustig af te wachten

’s Avond wordt nog even de hele benodigdheden lijst nagelopen onder genot van lekkere verse aardbeien, waarna we huiswaarts keren. Echter niet nadat Poppe nog even snel een klimtouw meegeeft. Waarmee Alice donderdag nog even moet gaan trainen.

Donderdag 21 juni.

’s Avond wordt er in een druilerig bos in de buurt nog even de eerste en tevens laatste hand gelegd aan de klimvaardigheden van Alice. Een swingover 2,5 meter boven de grond is op dat moment al hoog. Maar na een paar keer proberen begint het er een beetje op te lijken. Nu maar hopen dat de hindernissen niet te extreem zullen zijn.

Vrijdagmiddag 22 juni.

Terwijl de ene helft van het team zich in alle vroegte meldt bij de Nieuwe Brug, zit het andere team nog thuis te stressen met het inpakken van de auto en het wegwerken van een pasta maaltijd. Gelukkig is Ommen niet zo ver. Klokslag 5 over 3 komt de tweede helft van het team binnen en neemt het appelgebak en koffie gretig in ontvangst. Na de ploegenvoorstelling waarbij we onderling opmerken dat er wel erg veel ploegen aanspraak willen maken op het linkerrijtje, kleden we ons om. Het weer wordt er niet beter op. Dan loopt de klok naar vijven en besluiten de weergoden de kraan maar eens wat verder open te zetten. We maken al gauw een plannetje waar we de punten droog in willen tekenen. Leo is echter wat anders van plan. Buiten zal er gekeken en getekend moeten worden, niet binnen.

Zodra we de enveloppe hebben en uit het strijdgewoel als team compleet bij elkaar staan wordt snel gekeken waar we heen moeten. De Lemelerberg. Niet geheel onbekend, echter ook zeker niet onze achtertuin. Maar waar is toch dat nare punt 1. We besluiten direct hier niet te lang bij stil te staan. Punt 1 komen we vast wel tegen onderweg en zo niet, dan waarschijnlijk de anderen ook niet. Na deze conclusie, de gang er gauw ingezet en zuidwaarts gelopen. Na 2 kilometer vinden we ons zelf terug op de kaart. Vanaf dan volgen de CP’s elkaar in rap tempo op. We strijden voor de deadline en zetten de kraan even ver open. Achteraf was het eerste uur ons meest inspannende uur. 1 minuut voor 6 halen we de deadline. Mooi die is binnen.

Onze begeleider heeft de fietsen al klaar staan, waarna we snel onze weg vervolgen.

Begeleiders hebben het soms ook best lastig.
Begeleiders hebben het soms ook best lastig. Hier ligt Mart, droog dat wel, z’n slaap te kort weg te werken.

Stom, stom, stom, nu niet verder gekeken als onze neus lang was, dus niet gekeken of er ook een deadline was voor het fietsen. Bij de 2efiets CP komen we hier achter na een opmerking van een andere ploeg. Dan gelijk maar de keuze gemaakt de CP’s te laten voor wat ze waren en snel richting wissel te fietsen. Op de door ons gekozen route komen we echter langs de andere CP’s en we pakken deze dan ook even mee. Bij de CP in het bosje aan de andere kant van het water pakken we snel wat tijd terug, door direct het water in te vliegen en de CP te noteren. Vervolgens vervolgen we onze koers in tegenstelling tot veel andere teams langs de waterkant over een wandelpad. Dit is, denken wij, de kortste route (Maar was het ook de snelste?).

Bij de wisselzone verruilen we de fietsen voor de kano’s. Wederom heeft onze begeleider subliem werk geleverd. Alles, eten drinken en droge loopschoenen staan klaar. We gaan dan ook snel verder. Een voorgaand team heeft problemen met een kano, ze passen er niet in. Sociaal als we zijn, staan we 1 van onze grotere kano’s af voor dit wildwater exemplaar. Gevolg, 1 van ons gaat meer van heen en weer dan voorruit. Iets wat we snel verhelpen met wat sporttape. We leggen de boten aan elkaar vast waardoor er minder afwijking ontstaat.

Ondertussen vliegt onze loper het bos in, haalt de CP binnen en ziet op de kaart, dat de andere twee CP’s toch echt aan de andere kant van het water liggen. Ook hier maar weer gekozen voor de kortste weg, dus zwemmend de Regge over.

Na echt een heel eind lopen door struiken, sloten, paadjes, maïsvelden en de Regge nog 2 keer te zijn overgezwommen, komen we net voor de samenvoeging van Regge en Vecht bij elkaar.

Was deze laatste brug waar we onderdoor gingen niet de weg Raalte- Hoogeveen?, zo ja dan ligt Ommen achter ons en niet aan de horizon bij de kerktoren. We zijn het er over eens en vervolgen onze weg richting Ommen. Dicht bij Ommen komt de loper aan de rand van een camping te staan. Campinggasten kijken verbaasd op. De loper besluit maar een omtrekkende beweging om de camping te maken, Daarbij doorkruist hij het bos waar later de finish blijkt te zijn. Hij ziet al een grote tent staan en bedenkt nog bij zich zelf, dat zou een leuke plek zijn voor de finish. Net na de brug in Ommen mogen de kano’s uit het water. Weer lezen we onze omschrijving niet goed. Er moet hier ook nog een CP staan. Dat horen we achteraf. We lopen op kompas richting finish, denken nog even dat we aan de andere kant van de weg moeten zijn, maar kiezen uiteindelijk toch de weg richting tent. Hier blijken we de eerst binnenkomende te zijn. Verbazing alom bij ons zelf. Maar dat betekent nog niks zeggen we tegen elkaar, wie weet hebben we valse CP’s. We hebben gelijk het geluk direct te kunnen douchen en droge kleren aan te trekken. Iets wat ons zeker met het oog op de 2e dag geen windeieren zal leggen. ’s Avond nog even lekker onder genot van een biertje nagekeuveld.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

We besluiten niet te gaan voor de nacht CP op het station. Redenering hiervoor is dat de winst van een half uur niet opweegt tegen het verlies van 1,5 uur slaap. Dit moet zaterdag ons inziens eerder lijden tot concentratieverlies in de loop van het 2e deel. Laat ons dus maar lekker slapen.

Zaterdagochtend 06.00 uur opstaan en een lekker ontbijtje in de tent. Het regent nu al enige tijd en de lucht geeft geen indicatie, dat het droog gaat worden. Hoe kan dat nou toch, gistermiddag gaf het KNMI voor zaterdag nog aan dat er lokaal slechts een buitje zou vallen. De bui regent zeker lokaal uit boven Ommen en omstreken.

Om klokslag iets over zeven volgt de start van de tweede dag. Als een ware kunstenaar tekent onze navigator de plattegrond over. Achteraf hadden we wat dichter bij de beamer moeten gaan zitten. We hadden nu de nummers wel globaal, maar niet nauwkeurig. Iets wat ons gelijk al opbreekt bij punt A en D. Laat deze nummer dus maar voor wat ze zijn. Ondanks het gemis van de nummers beginnen we vol goede moed aan de hindernissen. Om eerlijk te zijn, vallen ze ons nog enigszins mee. Gelukkig maar, want daardoor kan Alice ze ook goed aan, iets wat ons zelfvertrouwen ten goede komt. Mooi geen tijdverlies en nog steeds veel plezier.

Deel 2 met intekenen verloopt wat moeilijker. De nacht was blijkbaar toch wat korter dan verwacht, want het is moeilijk te concentreren zeker met zoveel lawaai en beweging om ons heen. Als 1 na laatste verlaten we de tent. Echter wel nadat we bijna alle punten hebben ingetekend en de fotopunten hebben overgezet op kaart. Met de kaarten en omschrijving moeten we het dus vandaag grotendeels kunnen redden. Na het korte stuk fietsen zien we de eerste teams al weer voor ons verschijnen. Op zich wel lekker, kun je zien waar de sporen lopen en kijken of je goed zit. Echter we kunnen CP 3 gelijk al niet vinden. CP 3 blijken we verkeerd te hebben ingetekend en zo start de dag dus een stuk minder dan we hadden gehoopt. Echter ook nu weer geen onvertogen woord. We gaan voor het plezier en de mooie omgeving. Vanaf het theater begint het beter te lopen. De uitgezette punten op kompaskoers vinden we en ook andere CP’s beginnen ons beter te liggen. De klok tikt echter verder en de deadline komt met rasse schreden dichter bij. We zoeken naar even naar CP 18, maar besluiten dan in gestrekte draf linea recta naar de wisselzone te lopen. 2 uur straftijd is jammer, maar met fietsen hebben we liever wat meer tijd om de resterende CP’s wel te vinden.

Bij het fietsen breken ons de natte shirts zowat op. Hierdoor koelt Menno hard af, waardoor hij bij tijd en wijle geholpen moet worden met het vasthouden van de kaart. Hij trekt zijn shirts uit en doet het windjack aan, eet veel en drinkt wat Cola. Geleidelijk komt hij er weer bovenop. Met het fietsen worden een aantal teams achterhaald. In het bos zijn telkens minder bandensporen zichtbaar, een indicatie dat we of grandioos verkeerd zitten, of zo langzamerhand in het linkerrijtje komen. Het rijden op de foto punten, gaat voortreffelijk. Ze worden snel gevonden (tenminste dat denken we, want we gaan er vanuit dat het geen valse CP’s waren). We herkennen ook een bepaalde wijze waarop de CP’s zijn weggehangen, of deze persoon is echt lang, of hij heeft zijn fiets gebruikt als keukentrap. Op de terugweg lopen we nog wat te dwalen in de bossen rondom Ommen, waardoor we toch nog weer aardig wat tijd verliezen. Vervolgens komen we uit het bos en racen naar de startlocatie terug. Alice geeft zoals een groot deel van deze middag het tempo aan. Alexander controleert of iedereen meekomt, Menno heeft alle moeite om de route op de kaart te blijven volgen en Poppe blijft met zijn altijd opgewekte humeur de warme motor van enthousiasme. We komen binnen en zien de eerste teams al gedoucht ons tegemoet komen. Er zijn echter ook nog genoeg teams niet binnen. Hopelijk dus toch een plek in het linkerrijtje, al kunnen we dat ook niet exact schatten. We hebben immers vandaag wel meer punten links laten liggen en zijn ook niet zeker van dat de door ons gevonden punten allemaal correct zijn.

Na wat bier en een douche zijn we weer terug op aarde en delen we onze ervaringen met anderen. Vervolgens is er een uitstekende maaltijd. Zoals de foto’s bij eerdere edities al deed vermoeden is het een gezellig geheel.

Dan komt de uitslag en wordt begonnen met de 17e plek. Nadat de 9de plek is bekendgemaakt, kijken we elkaar aan en zeggen tegen elkaar, mooi man…. in het linkerrijtje. De klasseringen volgen elkaar is snel tempo op, waarna we ineens bij de laatste 3 zitten. Gaaf man. Dit hadden we niet verwacht. Hierna blijken we bij de laatste 2 te zitten en begint de hartslag toch wat toe te nemen. En dan komt het verlossende woord, we hebben gewonnen. Een gevoel van verbazing, blijdschap, plezier, vreugde en vermoeidheid maakt zich meester over ons. We weten ons eigenlijk even geen houding aan te nemen. Dit hadden we nooit verwacht en ook niet durven hopen.

Na de beker in ontvangst te hebben genomen nemen we de felicitaties van andere teams in ontvangst, wat een heerlijke ambiance en sportiviteit.  Daarna vertrekken we richting Gorssel met een schat aan ervaring, een heerlijk gevoel, een riante beker, een nog hechter team, een heerlijk gevulde buik en een overwinning op onszelf en de anderen.

’s Avond wordt de uitslag nog even nauwkeurig geanalyseerd. We waren niet de snelste, niet de sterkste, hebben veel fouten gemaakt, en voor veel straftijd gekozen, maar hadden wel een hechte club die uiteindelijk over het geheel genomen de minste straftijd heeft opgelopen en als ploeg de hele race met veel plezier heeft gefunctioneerd .

Dat sterkt ons in onze mening. Wedstrijden win je niet, je kunt ze alleen verliezen. En degene die het minste verlies aan het eind heeft zal uiteindelijk het hoogste reiken.

Bij de ze willen we Leo en zijn team bedanken voor dit heerlijke weekend. Ook de andere teams bedankt voor jullie inbreng. We hebben soms van jullie geprofiteerd en jullie misschien soms ook wel van ons. Hopelijk tot een volgende keer, waarbij een uitgangspunt weer gelijk zal zijn aan die van nu: lekker racen en plezier hebben samen en dan zien we wel waar het schip strand.

Team We Stay Okay

===================================================